Vaak denken we dat het geven van flesvoeding heel gemakkelijk gaat. Maar net als het geven borstvoeding vraagt ook dit enige oefening. Het is dan ook heel normaal dat je baby en jij eventjes moeten wennen aan deze manier van voeden. En dat je onderweg wat kleine uitdagingen tegenkomt. Niets om je zorgen over te maken; oefening baart kunst. Zeker met deze tips bij het geven van flesvoeding.
Omdat drinken een levensbehoefte is lijkt het logisch dat baby’s dit vanaf de geboorte al kunnen. Maar niets is minder waar: baby’s moeten leren om uit de borst of fles te drinken. Borstvoeding is de beste voeding voor je kindje en de meest natuurlijk vorm van voeden en vraagt om een andere drinktechniek dan flesvoeding.
Kreeg jouw baby eerst borstvoeding en ga je nu flesvoeding geven, dan is het dus niet alleen wennen aan een nieuwe smaak. Ook de hoeveelheid voeding is anders en de snelheid waarmee het de mond binnenstroomt. Bij de borstvoeding organiseerde je baby dit zelf, nu is het afhankelijk van andere factoren.
5 tips bij het geven van flesvoeding:
1. Geef flesvoeding op verzoek
Het geven van flesvoeding gaat vaak gepaard met een voedingsschema. Helemaal prima natuurlijk, maar wist je dat voeden op verzoek ook heel goed mogelijk is met de fles? Net als bij borstvoeding bepaalt jouw baby dan zelf wanneer het drinkt. En dat is meestal als het daadwerkelijk honger heeft.
2. Laat je baby de hoeveelheid bepalen
Daarbij kun je jouw baby ook zelf laten bepalen hoeveel het drinkt. Best spannend in het begin, want gevoelsmatig wil je het liefst dat alle flesjes leeg gaan. Bij voeden op verzoek hoeft dat niet. Je baby geeft zelf aan wanneer het genoeg heeft gehad. Dat moment herken je doordat je baby zijn hoofd wegdraait, melk verliest via de mondhoeken, onrustig gaat drinken of zijn aandacht in de fles verliest.
3. Zorg voor huid-op-huidcontact
Wanneer je borstvoeding geeft heb je automatisch veel huid-op-huidcontact met elkaar. Dat is niet voor niets, want lichamelijk contact is belangrijk voor jullie allebei. Het zorgt voor meer verbondenheid en maakt je kindje rustiger en minder gestrest. Bij het geven van flesvoeding is dit contact er over het algemeen minder. Bouw daarom zelf extra huid-op-huid momenten in; het versterkt jullie band en is ook nog eens hartstikke fijn.
4. Maak van elke flesvoeding een fijn moment
Ervaar jij onrust, haast of stress tijdens het geven van de fles? Je baby merkt dit ook en gaat er minder goed door drinken. Maak daarom van elke flesvoeding een fijn en ontspannen moment. Zorg voor een aangename (kamer) temperatuur, neem een prettige voedingshouding aan en zorg voor zo min mogelijk drukte en afleiding om jullie heen. Stop bovendien tijdig als het voeden even niet gaat en pak het op een later moment weer op.
5. Loop de basis nog eens na
Het kan zijn dat het geven van de fles – ondanks alle tips – nog steeds niet helemaal naar wens verloopt. Kijk dan nog eens naar de basis om te zien of je hier iets in kunt veranderen:
Ø Soort flesvoeding:
Geef je nu flesvoeding op basis van koemelk? Misschien is de milde babyvoeding van geitenmelk een betere optie voor jouw kleintje. Of speciale opvolgmelk voor baby’s die veel spugen of een allergie hebben. Er zijn veel soorten flesvoeding voor baby’s.
Ø Fles en speen:
Bij het geven van flesvoeding is de speen van grote invloed. Kost drinken jouw kleintje veel energie, stap dan over op een speen met een groter gat. Drinken gaat daardoor makkelijker. Is je baby erg gulzig? Kies dan voor een kleiner gaatje voor meer rust in het drinken.
Ø Houding bij flesvoeding:
Soms kan een simpele verandering van houding al een oplossing zijn. En dat hoeft niet altijd zittend of liggend te zijn, sommige baby’s worden graag rondgedragen tijdens het drinken.